Begrippenlijst hypotheken

Als je een hypotheek gaat afsluiten krijg je te maken met vele financiële terminologieën. Om je daarin wegwijs te maken hebben we de belangrijkste begrippen opgenomen in deze begrippenlijst hypotheken. Zo kom je goed geïnformeerd bij de afspraak met je hypotheekadviseur.

Advieskosten

Een goed hypotheekadvies levert je een passende hypotheek op. Je hebt meestal een hypotheekadvies nodig als je een hypotheek wilt. Je kunt voor hypotheekadvies terecht bij een onafhankelijk adviseur, een bank of een andere hypotheekverstrekker. Naast advieskosten betaal je meestal ook voor het afsluiten van de hypotheek. Dat worden ook wel bemiddelingskosten genoemd. Je betaalt soms een vast bedrag voor het advies en de bemiddeling. Er zijn ook hypotheekadviseurs die met een uurtarief werken.

Aflossingsvrije hypotheek

Bij een aflossingsvrije hypotheek betaal je tijdens de looptijd alleen rente. Aan het einde van de looptijd los je in 1 keer je schuld af. Bijvoorbeeld met spaargeld of door je huis te verkopen. Soms kun je de hypotheek verlengen of opnieuw een lening afsluiten. Voor een nieuw af te sluiten hypotheek is volledige financiering op deze manier niet meer mogelijk.

Afsluitkosten

Als je een hypotheek bij een hypotheekverstrekker afsluit, betaal je afsluitkosten. Dat is een term die gebruikt wordt voor alle kosten die bij het afsluiten van een hypotheek om de hoek komen kijken. Denk aan advies- en bemiddelingskosten en eventueel kosten koper (overdrachtsbelasting, notariskosten en de kosten voor inschrijving in het kadaster). Je ziet op de website bij de hypotheekverstrekker welke kosten het precies zijn. De hypotheekadviseur vertelt je natuurlijk ook meer over deze kosten tijdens een hypotheekgesprek.

Annuïteitenhypotheek

Bij een annuïteitenhypotheek betaal je tijdens de looptijd rente en los je af. Aan het einde van de looptijd heb je je schuld helemaal afgelost. Je mag onder voorwaarden de rente aftrekken bij de belasting. Het bruto bedrag dat je aan rente en aflossing samen betaalt, is zolang je rente vaststaat elke maand hetzelfde. Tijdens de looptijd bestaat dit bedrag in het begin vooral uit rente en later steeds meer uit aflossing. Omdat je steeds minder rente gaat betalen, wordt je belastingvoordeel kleiner. Je netto maandlasten stijgen daardoor.

Bankgarantie

Als je een huis koopt, kan de verkoper voor de zekerheid een waarborgsom vragen. Dit is een soort aanbetaling die je als koper overmaakt naar de notaris. Meestal is dat 10% van de koopsom. Als je dit bedrag niet zelf kunt of wilt betalen, heb je een bankgarantie nodig. Daarin staat dat de bank de waarborgsom voorschiet als jij ‘m moet betalen. De bank rekent voor een bankgarantie wel kosten. Vaak is dat een percentage van het bedrag waarvoor de bank garant staat.

Bankspaarhypotheek

Bij een bankspaarhypotheek betaal je tijdens de looptijd elke maand rente, maar je lost nog niet af. Daarnaast leg je elke maand geld in op een geblokkeerde spaarrekening. Op die rekening spaar je het bedrag bij elkaar dat nodig is om de hypotheek aan het einde van de looptijd in 1 keer mee af te lossen. Over het gespaarde bedrag krijg je rente. Die rente is meestal gelijk aan de hypotheekrente die je betaalt.

Bemiddelingskosten

Als de hypotheekadviseur een advies en een rentevoorstel (van de bank) heeft uitgebracht en je daarmee akkoord bent, dan moet dit advies nog in de praktijk worden vormgegeven. Alle werkzaamheden die hieronder vallen zijn bemiddelingskosten.

Bereidstellingsprovisie

Voor het afsluiten van een hypotheek stelt een hypotheekverstrekker een hypotheekofferte op. In een hypotheekofferte staat ook een passeerdatum waarop je uiterlijk de leveringsakte bij de notaris moet ondertekenen. Lukt dit niet op tijd, dan kan je soms de geldigheid van je hypotheekofferte verlengen. Als dat zo is, betaal je aan de bank bereidstellingsprovisie. Hoeveel provisie je betaalt, hangt af van de voorwaarden van de hypotheekverstrekker. Check voordat je een hypotheekofferte aanvraagt of je de geldigheid van de offerte kunt verlengen en of je daar bereidstellingsprovisie voor moet betalen.

Bijleenregeling

Verkoop je je huis en houd je na het terugbetalen van de hypotheek geld over? Dan moet je rekening houden met de bijleenregeling als je een ander huis koopt en daarvoor een nieuwe hypotheek afsluit. De regeling houdt in het kort in dat je de overwaarde moet gebruiken om je nieuwe huis te kopen. Doe je dat niet, dan mag je in je belastingaangifte over het bedrag van de overwaarde geen hypotheekrente aftrekken.

Borgstelling

Als je een huis wilt kopen, dan bekijkt de hypotheekverstrekker of je de hypotheek kunt betalen op basis van je salaris. Is je salaris eigenlijk te laag om de hypotheek af te kunnen sluiten? Dan kan iemand anders onder voorwaarden borg staan voor je hypotheek. Dit kunnen bijvoorbeeld je ouders zijn. De bank heeft daardoor meer zekerheid dat de hypotheek wordt betaald.

Borgtochtprovisie

Als je een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) afsluit, betaal je 1 keer borgtochtprovisie. Dit zijn de kosten die je betaalt voor het afsluiten van een hypotheek met NHG.

Bouwdepot

Een bouwdepot is een geblokkeerde spaarrekening met een deel van het hypotheekbedrag dat je leent voor de verbouwing, bouw of aankoop van je woning. Uit dit ‘potje’ betaal je de rekeningen van bijvoorbeeld de aannemer. Over het bedrag dat je nog niet hebt uitgegeven en nog in je bouwdepot zit, krijg je depotrente.

Bouwkundige keuring

Als je een huis gaat kopen, is het slim een bouwkundige keuring te laten doen. Het huis wordt dan bekeken door een bouwkundige. Hij maakt een rapport met daarin een overzicht van de eventuele gebreken van het huis en schat de kosten in waarmee je op korte en langere termijn te maken krijgt als je het huis koopt. Je kunt voor de bouwkundige keuring een ontbindende voorwaarde in het koopcontract laten opnemen.

Bouwrente

Als je een nieuwbouwhuis koopt, krijg je te maken met bouwrente. Wanneer de bouw begint, betaal je de aannemer of projectontwikkelaar in afgesproken termijnen. Je betaalt met geld uit je bouwdepot. Maar de aannemer maakt vaak al kosten voordat de hypotheekakte getekend is. Je betaalt de aannemer een vergoeding voor het voorschieten van deze kosten. Dat noemen we bouwrente. Je kunt deze bouwrente onder voorwaarden meefinancieren in je hypotheek. De bouwrente die je aan de aannemer betaalt voor gemaakte kosten na het ondertekenen van de hypotheekovereenkomst kun je niet meefinancieren.

Bureau Krediet Registratie (BKR)

Bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) worden alle schulden van consumenten vastgelegd. Sluit je een lening af, kun je rood staan op je betaalrekening of heb je een creditcard? Dan wordt dat geregistreerd in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van het BKR. Als je een hypotheek wilt, bekijkt je bank of adviseur bij het BKR welke schulden je hebt. Je kunt zelf ook je gegevens opvragen bij het BKR.

Courtage

Courtage zijn de kosten die je aan de makelaar betaalt. Je kunt een makelaar inschakelen als je een nieuw huis wilt kopen of als je je huis wilt verkopen. De courtage spreek je af met de makelaar en is vaak 1 tot 2% van de aankoop- of verkoopprijs van je huis. Er zijn ook makelaars die een vast bedrag aan courtage rekenen.

Eigenwoningforfait

Als je een koophuis hebt die je gebruikt om in te wonen, moet je een bedrag bij je inkomen optellen als je belastingaangifte doet. Dit heet het eigenwoningforfait. Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde dat je moet optellen bij je inkomen in box 1 op de belastingaangifte. Heb je je hypotheek (bijna) helemaal afgelost? Dan kan je eigenwoningforfait hoger zijn dan de aftrekbare kosten, zoals de hypotheekrente. In dat geval betaal je geen eigenwoningforfait.

Eigenwoningreserve

De eigenwoningreserve is het bedrag dat ontstaat uit de over- of onderwaarde als je je een eigen woning verkoopt. Is je eigenwoningreserve positief en koop je een nieuw huis waarvoor je een hypotheek afsluit? Dan mag je de hypotheekrente aftrekken over een hypotheek die niet hoger is dan de aankoopprijs van je nieuwe huis min de eigenwoningreserve. Is het bedrag 0 of heb je een restschuld? Dan mag je de hypotheekrente gewoon aftrekken over de hele hypotheek die je nodig hebt voor de aankoop van je nieuwe huis.

Eigenwoningschuld

Je eigenwoningschuld is het deel van je hypotheek dat je hebt afgesloten voor het kopen, verbeteren of onderhouden van je huis. Over dit deel mag je in je belastingaangifte de hypotheekrente onder voorwaarden aftrekken. Het deel dat je voor andere uitgaven hebt gebruikt (zoals de inrichting van je huis) hoort niet bij je eigenwoningschuld. Om de hypotheekrente af te mogen trekken, moet je sinds 2013 een nieuwe hypotheek helemaal aflossen in maximaal 30 jaar. Dat kan met een annuïtaire en een lineaire hypotheek.

Energiebesparende maatregelen

Je kunt verschillende energiebesparende maatregelen nemen om te zorgen dat je huis energiezuiniger wordt. Dat wordt ook verduurzamen genoemd. Dat kan bijvoorbeeld met:

  • spouwmuurisolatie
  • vloerisolatie van minimaal 10 centimeter dik
  • HR-glas in huiskamer en slaapkamers
  • HR++ verwarmingsketel
  • zonneboiler en/of zonnepanelen

Ga je het huis dat je koopt energiezuiniger maken? Dan kun je daarvoor misschien een hogere hypotheek krijgen.

Energielabel

Het energielabel laat zien hoe energiezuinig een huis is. Koop je een huis? Dan is het goed om te weten hoe energiezuinig het is. Verkoop je je huis? Dat moet je huis een energielabel hebben. Het energielabel loopt van A tot en met G, waarbij G het minst zuinig is en A het zuinigst. Voor ieder huis dat verkocht of verhuurd wordt, is een definitief energielabel verplicht. Als je nog geen energielabel hebt, kun je dat aanvragen op energielabelvoorwoningen.nl.

Erfpacht

Als je een huis koopt met erfpacht is de grond niet van jou. Je krijgt de grond in bruikleen van de eigenaar van de grond. Daarvoor betaal je een vergoeding: de canon. Deze vergoeding kan veranderen als je erfpacht wordt verlengd. Of als de canon tussentijds opnieuw wordt vastgesteld.

Executiewaarde

De executiewaarde is de geschatte waarde van een huis als het gedwongen verkocht moet worden. Een taxateur stelt de executiewaarde vast.

Hogere inschrijving

Een hogere inschrijving betekent dat je je hypotheek bij het Kadaster voor een hoger bedrag inschrijft dan het bedrag van de opgenomen hypotheek. Het verschil (of een deel daarvan) tussen de hypotheek en de inschrijving kun je dan later als hypotheek opnemen. De bank toetst nog wel of je aan de normen voldoet en je de extra lasten kunt betalen. Het voordeel van een hogere inschrijving is dat je niet opnieuw langs de notaris hoeft en dus geen extra notariskosten hebt.

Hypotheekakte

Een hypotheekakte is een contract tussen jou en de hypotheekverstrekker. De bank bijvoorbeeld. Een notaris stelt de hypotheekakte op. Om je hypotheek af te sluiten moeten jij en de bank de akte ondertekenen bij de notaris. Dat heet passeren. In de akte staat dat jij je huis als onderpand geeft aan de bank. In ruil daarvoor krijg je van de bank een hypotheek. In de akte staat ook andere informatie, zoals de hoogte van je hypotheek en het soort hypotheek.

Hypotheekrenteaftrek

De rente die je betaalt voor de hypotheek mag je onder voorwaarden aftrekken van je inkomen bij je belastingaangifte. Je belastbaar inkomen is dan lager en daardoor betaal je minder inkomstenbelasting.

Hypotheekvorm

Een hypotheek is een lening die je later aflost. Je huis is bij een hypotheek altijd het onderpand. Hoe je de hypotheek aflost, hangt af van de hypotheekvorm. Je kunt bijvoorbeeld kiezen uit een annuïteitenhypotheek, een lineaire hypotheek en een aflossingsvrije hypotheek. Een combinatie tussen die vormen kan ook. Een annuïteitenhypotheek en een lineaire hypotheek los je af tijdens de looptijd. Een aflossingsvrije hypotheek los je in 1 keer af aan het eind van de looptijd. De rente voor aflossingsvrije hypotheken die je na 1 januari 2013 hebt afgesloten, is niet meer aftrekbaar.

Koopakte/koopovereenkomst

De koopakte is een contract tussen de koper en de verkoper van een huis. De koopakte wordt ook koopcontract of koopovereenkomst genoemd. In de koopakte staan afspraken, zoals de prijs die de koper betaalt en de ontbindende voorwaarden. In de akte staat ook andere informatie. Onder andere de persoonsgegevens van de koper en de verkoper en informatie over het huis. Een makelaar kan helpen bij het opstellen van een koopakte.

Kosten koper (k.k.)

Kosten koper wil zeggen dat de koper van het huis bepaalde kosten van de verkoop moet betalen. Dat is bijna altijd zo bij de verkoop van een bestaand huis. Meestal gaat het om de volgende kosten: de overdrachtsbelasting, de notariskosten voor de overdracht en de kosten voor inschrijving in het kadaster. De kosten koper zijn ongeveer 5 tot 6% van de koopprijs.

Lineaire hypotheek

Bij een lineaire hypotheek betaal je tijdens de looptijd rente en los je af. Aan het einde van de looptijd heb je je schuld helemaal afgelost. Je mag onder voorwaarden de rente aftrekken bij de belasting. Je maandlasten dalen tijdens je rentevaste periode. Je lost tijdens de looptijd elke maand hetzelfde bedrag af. Omdat je schuld kleiner wordt, ga je steeds minder rente betalen. Je belastingvoordeel wordt daardoor kleiner.

Marktwaarde

De marktwaarde is een schatting van de verkoopprijs van je woning als je die onder normale omstandigheden zou verkopen. Dit doet een taxateur. Je vindt deze waarde in het taxatierapport van je huis. Een taxatierapport moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen als je deze wilt gebruiken om een hypotheek af te sluiten. De WOZ-waarde is ook een schatting van de marktwaarde. Soms kun je de WOZ-waarde gebruiken in plaats van een taxatierapport.

Nationale Hypotheek Garantie (NHG)

Heb je maximaal € 245.000 hypotheek nodig om je nieuwe huis te kopen? Dan kun je onder voorwaarden een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) afsluiten. Je betaalt vaak een lagere rente en de NHG geeft je extra zekerheid. Kun je de hypotheek even niet betalen? Dan kijkt de NHG samen met de bank of je in het huis kunt blijven wonen. Moet je het huis met verlies verkopen? Dan wordt je restschuld soms kwijtgescholden. Kijk voor de voorwaarden op www.nhg.nl.

Notaris

Als je een huis koopt, heb je een notaris nodig. De notaris stelt de officiële documenten op om het huis te kopen en een hypotheek af te sluiten. De belangrijkste zijn de leveringsakte en de hypotheekakte. In de leveringsakte staat dat de koper de nieuwe eigenaar van het huis wordt. Andere woorden voor de leveringsakte zijn transportakte of overdrachtsakte. Je betaalt de notaris voor het opstellen van deze documenten.

Onderpand

Als je een hypotheek afsluit, geef je je huis meestal als onderpand aan de bank. De bank heeft dan meer zekerheid dat hij zijn geld terugkrijgt. Kom je bijvoorbeeld in financiële problemen en kun je de kosten voor de hypotheek niet meer betalen? Dan wordt je huis verkocht en gaat de opbrengst naar de bank om onder andere de hypotheek mee af te lossen.

Ontbindende voorwaarden

Als je een koopcontract hebt getekend, kun je daar niet zomaar onderuit. Maar je kunt wel ontbindende voorwaarden laten opnemen in het koopcontract. Daarin staat in welke situaties je toch zonder kosten van de koop kunt afzien. Bijvoorbeeld dat de koop niet door hoeft te gaan als je de hypotheek niet rond krijgt voor een afgesproken datum.

Overbruggingskrediet

Een overbruggingskrediet is een tijdelijke lening die net zo hoog is als het verwachte bedrag dat vrijkomt uit de verkoop van je huis. Op die manier kun je al beschikken over de overwaarde van je huis vóórdat je je huis hebt verkocht. Het overbruggingskrediet gebruik je, vaak samen met een nieuwe hypotheek, om een andere woning te kopen. Je lost het krediet af met de overwaarde van het huis dat je verkoopt.

Overdrachtsbelasting

De overdrachtsbelasting is de belasting die je meestal betaalt als je de eigenaar wordt van een bestaand huis. Bij nieuwbouw betaal je deze belasting vaak niet.

Overgangsrecht

De rente die je betaalt bij een aflossingsvrije hypotheek die je ná 2013 hebt afgesloten, mag je niet meer aftrekken bij de belasting. In sommige gevallen kun je gebruikmaken van het overgangsrecht. Door het overgangsrecht gelden de oude regels voor je aflossingsvrije hypotheek tot uiterlijk 2044 als je de hypotheek al had op 31 december 2012.

Oversluiten

Als je je hypotheek oversluit, ga je met je hypotheek naar een andere hypotheekverstrekker. Bijvoorbeeld voor een lagere rente. Of omdat je liever een andere hypotheekvorm kiest, waarmee je bijvoorbeeld betere voorwaarden krijgt of meer aflost. Wil je oversluiten vóórdat je rentevaste periode afloopt? Dan betaal je meestal een vergoeding voor het renteverlies van de bank.

Overwaarde

Je hebt overwaarde op je huis als de marktwaarde van het huis hoger is dan de eigenwoningschuld: je hypotheek. De marktwaarde is een schatting van de verkoopprijs van je huis als je het onder normale omstandigheden zou verkopen. Een taxateur bepaalt de marktwaarde.

Rentemiddeling

Je kunt de rente van je hypotheek opnieuw vastzetten vóór je rentevaste periode afloopt. Bij rentemiddeling vergelijkt de bank je vaste hypotheekrente met de actuele rente. Als de actuele rente lager is, kun je het renteverschil laten middelen. In plaats van de vergoeding voor het renteverlies van de bank in één keer te betalen, wordt die verrekend over de nieuwe rentevaste periode van je hypotheek. Je betaalt hiervoor ook vaak een opslag. Hoe hoog deze is, hangt af van de hypotheekverstrekker. Je nieuwe rente is na rentemiddeling meestal wel hoger dan de actuele rente, maar lager dan de rente die je nu betaalt. Niet iedere geldverstrekker past rentemiddeling toe.

Rentevaste periode

Dit is de periode die je met je bank hebt afgesproken waarin je hetzelfde rentepercentage betaalt over je hypotheekbedrag. Een rentevaste periode duurt minimaal 1 jaar. In je hypotheekofferte taat wanneer je rentevaste periode afloopt.

Rentevorm

Als je een hypotheek afsluit kies je uit 2 rentevormen: een vaste rente of variabele rente. Een vaste rente staat vast voor een periode die je met de bank afspreekt. Bijvoorbeeld voor 1, 5 of 10 jaar. Een variabele rente kan elke maand op-en-neer bewegen. Als de rente stijgt, gaan je maandlasten omhoog. En als de rente daalt, gaan je maandlasten omlaag.

Restschuld

Je hebt een restschuld als je je woning voor een lager bedrag verkoopt dan de hoogte van de lening die je nog voor je huis hebt. Je hebt een restschuld als bijvoorbeeld de waarde van je huis is gedaald. Soms kun je een restschuld meefinancieren als je verhuist. Je sluit dan een hogere hypotheek af en betaalt daarmee de restschuld af. Je inkomen moet wel hoog genoeg zijn om de hypotheek te kunnen betalen. Je mag de rente van je restschuld maximaal 15 jaar onder voorwaarden aftrekken.

Spaarhypotheek

Bij een spaarhypotheek betaal je tijdens de looptijd elke maand rente, maar los je nog niet af. Daarnaast betaal je elke maand een premie voor de overlijdensrisicoverzekering die je moet afsluiten en een spaarpremie. Met de spaarpremie spaar je het bedrag bij elkaar dat nodig is om de hypotheek aan het einde van de looptijd in 1 keer af te lossen. Over de inleg van de spaarpremies krijg je rente. Dat is vaak dezelfde rente als de hypotheekrente die je betaalt. Als jij of je partner voor het einde van de looptijd overlijdt, wordt de spaarhypotheek afgelost door je overlijdensrisicoverzekering en je opgebouwde spaardeel.

Splitsingsakte

Met een splitsingsakte krijg je te maken als je een appartement koopt. Want je koopt een stukje van een gebouw. Hoe een appartementengebouw is opgesplitst, staat in de splitsingsakte. In zo’n akte staat bijvoorbeeld hoe het gebouw is opgedeeld in privé en gemeenschappelijke delen, wat jouw aandeel is in het gebouw en wat je aandeel is in de kosten voor het appartementengebouw. Een splitsingsakte kan iedereen opvragen bij het Kadaster. Je moet daarvoor wel betalen.

Taxatie

Met een taxatie wordt gekeken naar de waarde van je huis. Dit doet een taxateur. De taxateur kijkt daarbij naar het soort huis, de buurt waarin het staat en of het goed is onderhouden. Hij zet deze gegevens in een taxatierapport. Je hebt vaak een taxatierapport nodig als je een hypotheek wilt afsluiten of je hypotheek wilt oversluiten. De bank wil namelijk weten hoeveel het huis waard is en gebruikt die informatie om te bepalen hoeveel hypotheek je kunt krijgen.

Variabele rente

Een variabele rente beweegt op-en-neer. Als de rente stijgt, gaan je maandlasten omhoog. En als de rente daalt, gaan je maandlasten omlaag.

Vaste rente

Een vaste rente staat vast voor een periode die je met de bank afspreekt. Bijvoorbeeld voor 1, 5 of 10 jaar. Je weet dan precies waar je aan toe bent.

Vergoeding voor het renteverlies (boeterente)

Wil je je hypotheek oversluiten, aflossen voor het einde van de rentevaste periode of wil je de rente opnieuw vastzetten vóór je rentevaste periode afloopt? Dan betaal je soms een vergoeding voor het renteverlies van de bank. De vergoeding die je moet betalen mag niet hoger zijn dan het financieel nadeel dat de bank heeft doordat je eerder aflost. Je kunt elk jaar een deel van je hypotheek aflossen zonder dat je een vergoeding betaalt. Je betaalt geen vergoeding als je je huis verkoopt of als je rentevaste periode afloopt.

Vermogen

Je vermogen bestaat uit je bezittingen min je schulden.

Vraagprijs

De prijs die de verkoper van een huis vraagt. Vaak is de vraagprijs niet de prijs die de koper betaalt. Als er veel interesse voor een huis is, kun je als koper een hoger bedrag bieden dan de vraagprijs om het huis te krijgen. Is er weinig interesse? Dan kun je een lager bod doen en krijg je soms iets van de vraagprijs af.

Vrij op naam (v.o.n.)

Vrij op naam (v.o.n.) is het tegenovergestelde van kosten koper (k.k.). Koop je een huis vrij op naam, dan komen er later geen overdrachtsbelasting, kosten van de overdracht bij de notaris en kosten voor inschrijving in het kadaster bovenop de koopprijs. Een nieuwbouwhuis koop je vaak vrij op naam.

WOZ-waarde

De WOZ staat voor Wet waardering Onroerende Zaken. De WOZ-waarde is de waarde die de gemeente geeft aan een woning. Met de WOZ-waarde worden het eigenwoningforfait en de onroerendzaakbelasting berekend.